top of page

'Misschien is de derde wereldoorlog begonnen'



Ha Jesse


 

Je wens voor lichtheid en humor op mijn pad is welgekomen. Ik schrijf deze brief net nadat ik een einde gemaakt heb aan het huurcontract van een jonge kerel uit Sierra Leone. Toen hij in mijn huis kwam wonen, ging het goed met hem. Werk, sport, een vriendin. Hij miste enkel een veilige woonplek. Vijf maanden later zit hij aan de grond. Werkloos, schulden, zijn kamer en zichzelf verwaarloosd. Afspraken hielpen niet. Begeleiding hielp niet. Ik ervaar verwarring en schuld omdat ik het huurcontract beëindigd heb en een veilige woonplek afnam van die jonge man. Mislukt, bedrogen ook, na maanden meegaan in beloftes die hij niet hield. Mensen in mijn omgeving noemden mij met een mengeling van bezorgdheid en bewondering naïef, idealistisch, te zacht.


Om hem buiten te zetten raadde iemand me aan om mijn deurslot te vervangen, een andere om de politie erbij te betrekken. Een buurman wilde me helpen door iemand in te schakelen die voor 50 euro mijn huurder een lesje kon leren dat hij nooit zou vergeten. Dat laatste vertelt iets over de buurt waar ik woon en over hoe toegankelijk opties tot geweld zijn. Het waren keuzes tussen gradaties van zelfbescherming. Ik koos voor vertrouwen, dat hij zou komen opdagen en mij de sleutels van het huis vrijwillig zou overhandigen. En zo is het ook gelopen.


Keuzes die leiders op elk moment moeten maken: ‘Wat doe ik met de angst of frustratie die ik ervaar? Welke middelen heiligen welk doel?' Op het geopolitieke toneel is de keuze gemaakt voor nieuwe sloten, politie en lesjes leren.  ‘Misschien is de derde wereldoorlog begonnen’, aldus Paul Goossens, eminence grise van de Belgische journalistiek. Het idee nestelde zich in mijn hoofd. Dat oorlog niet een helder begin of einde heeft, maar een proces is waarbij we pas achteraf kunnen zeggen ‘toen is het begonnen’. Een proces waarbij leiders minder en minder weerstand bieden tegen het idee van ‘we moeten ons verdedigen’ en geen alternatief meer zien. Een proces waaraan we hoe dan ook medeplichtig zijn. We kunnen niet kiezen om niet medeplichtig te zijn. We kunnen wel kiezen op welke manier we medeplichtig zijn.


Hetzelfde geldt voor toxisch leiderschap, waar zoveel over te doen is. Leiderschap heeft altijd te maken met relatiekwaliteit en dus ook wederkerigheid. Of anders gezegd: we’re in it together. Toxisch leiderschap is fout gelopen wederkerigheid. Misschien herinner je je nog mijn stelling in onze begindagen als leiderschapsonderzoekers, 15 jaar geleden, toen toxisch leiderschap nog moest worden uitgevonden, dat er een tijd zou komen dat we truth & reconciliation-tribunalen zouden nodig hebben om de kwaliteit van leiderschap te herstellen in onze samenleving. Zoals onder leiding van Nelson Mandela en aartsbisschop Tutu in Zuid-Afrika gebeurd is, als een collectief ritueel van verzoening tussen daders en slachtoffers van apartheid.


De focus lag op erkenning, een streven naar waarheid, schuldinzicht en vergeving. Alle proporties in acht genomen, lijkt het idee me pertinenter dan ooit, nu zoveel fout gelopen wederkerigheid ontaardt in publieke schandpalen of in juridische strijd. Geen van beide helpen tegen het toxische van veel machtsstructuren. En het zou misschien meer opleveren dan de totaal ontspoorde focus op individueel welzijn en het herstel ervan.


Heb je dat filmpje van Gianpiero Petriglieri zien passeren over leiderschap. Het is a kind of love volgens hem. Hij beveelt leiders aan om niet de macht na te streven, maar de zorg voor de mensen, voor het goede. Dat dus. Tezelfdertijd denk ik dan yeah right, zo gaat het er in de ‘echte wereld’ niet aan toe. Leiders sluiten deals, forceren die – al dan niet met zachte hand. Je wil liever niet werken voor types als Frank Vandenbroucke of Vincent Van Quickenborne, door iedereen gerespecteerd om hun politiek werk en tezelfdertijd in opspraak wegens autoritaire trekjes. Het is hetzelfde stemmetje in mij dat de drempel naar leiderschapsposities onoverkomelijk maakte voor mij. Ik zag mezelf niet dwingend zijn, andere mensen forceren. Datzelfde stemmetje doet me nog altijd twijfelen aan het nut van mijn leiderschapswerk: naïef, idealistisch, te zacht.


In juni komt mijn nieuwe boek uit, ‘De leider. Dat zijn wij.’ Weer een pleidooi voor ‘samen in leiderschap’, leiderschap als de wonderbaarlijke uitkomst van collectieve inspanning, leiderschap als het werk van velen. Maar ook weer zo kwetsbaar tegenover het dominante narratief over leiderschap als het werk van machtshebbers. 


En toch. Ik hoorde de gouverneur van de provincie Luxemburg, Olivier Schmidt, getuigen over zijn leiderschap. Hij zei dat hij eerst leider van resultaten was, als advocaat gericht op winnen en succes. Daarna werd hij curator van bedrijven in vereffening en werd hij een leider van mensen. Hij ontdekte dat alles bepaald wordt door vertrouwen tussen mensen, door relatiekwaliteit en dat investeren daarin meer mogelijk maakte. En nu is hij provinciegouverneur en heeft hij zich opgeworpen als een voortrekker van crisisbeheer, een competentie waarin België, naar zijn zeggen, uitblinkt. ‘Het zijn niet de crisisplannen die het verschil maken als een crisis uitbreekt. Want die zijn gemaakt vanuit een ‘normale werkelijkheid’, terwijl in crisis niets nog normaal is. Het zijn de relaties die het verschil maken, en die worden gesterkt door samen plannen maken. Ik zie mezelf nu meer als een leider van samenwerking’, zei hij.


Mooi, niet? Hij getuigt op een duidelijke manier van adult development, hoe levenslessen zijn focus deden verschuiven in leiderschap. En focus is alles. Te enge focus leidt tot bewustzijnsvernauwing en mogelijks veel nevenschade. Hij getuigt ook van de menselijke kijk op leiderschap en de waarde van mensen leren samenwerken. Uiteraard spelen zijn positie en zijn expertise mee. Leiderschap is niets zonder macht. Maar het gaat altijd opnieuw over wat je doet met je macht, met je positie. Daar heb je altijd het risico op fout lopende wederkerigheid. Misschien wordt hij op een dag ook ontmaskerd als dwingeland. Ik acht de kans klein. Het zou me verrassen. En ook weer niet. Het kan lang goed gaan om dan fout te lopen en omgekeerd. Het is nooit gewonnen, altijd mogelijk. En altijd opnieuw een keuze.

 

Hartelijk


Koen


De briefdelen in deze reeks zijn oorspronkelijk verschenen bij Tijdschrift voor Coaching.




 

Koen Marichal is 58 jaar, vader van twee zonen, West-Vlaming aangekomen in Antwerpen-Noord, psycholoog en gepassioneerd door leiderschap dat nodig is voor een wereld in transitie. Hij is oprichter en bezieler van Casa 19, docent aan onder meer Antwerp Management School, SIOO en Tias. Hij is co-auteur van referentiewerken over leiderschap, waaronder ‘Naar gedeeld leiderschap’ (2018), ‘Leading from the middle’ (2020) en ‘Over leiderschap. 19 inzichten’ (2022). In juni 2024 verschijnt ‘De leider. Dat zijn wij’


 
Al 12 jaar schrijven Koen Marichal en Jesse Segers brieven naar elkaar. Soms in gesproken vorm, soms in geschreven vorm. Ongeacht de vorm is het onderwerp altijd leiderschap. In al zijn facetten: van het abstracte naar het concrete en terug. Soms met sterke emoties en soms koel en pragmatisch. En steeds opnieuw zijn ze het erover eens dat ze het niet helemaal eens zullen worden met elkaar. Wat hen bindt is kritisch denken en een passie om hun kennis te delen. In deze rubriek tonen zij hun eigen zoektocht, de wrijving en de zijsporen, de aarzelingen en stelligheden. Voor de lezer is het de uitnodiging om hun eigen leiderschapsdenken in vraag te stellen en dialectisch te blijven ontwikkelen.

bottom of page