top of page

Brief aan Jesse: Wie is leider, wie is barbaar?


Paddenstoelen in het bos

Beste Jesse,


‘Deze keer wachten de barbaren echter niet voor de poorten; ze besturen ons al een hele tijd. Het is ons gebrek aan besef daarvan dat een deel van ons akelig lot vormt. We wachten niet op Godot, maar op een nieuwe – ongetwijfeld totaal andere – heilige Benedictus.’ Het zijn de slotwoorden van het boek Na de deugd van Alisdair MacIntyre[i].


In zijn boek, een recent, invloedrijk werk in de ethische filosofie, beschrijft hij hoe we in onze maatschappij verzand geraakt zijn in emotivisme, in oeverloze, vaak anecdotische of emotionele discussies over goed en fout. We zijn onze morele fundamenten kwijt. We praten nog over begrippen als rechtvaardigheid, integriteit, plicht en dergelijke meer, maar vullen ze willekeurig in, waardoor ze ook geen bindende kracht meer hebben. De analyse van MacIntyre past in het rijtje van andere filosofen zoals Rosa en Chuyng-Bul die in onze briefwisseling al aan bod kwamen. En bij jouw brief over onder meer New Public Brutalism.


“We zijn onze morele fundamenten kwijt."

Je beschrijft een nieuwe politieke stijl die ‘doelbewust lange termijn beleid inruilt voor symbolische instant daadkracht, onafhankelijke regels voor persoonlijke loyaliteit, opbouwen voor afbreken’. Barbaars dus. En je werpt de vraag op ‘wat te doen?’ Je wijst ook op lichtpuntjes, een vibe shift: het verkiezingssucces van Henri Bontebal in Nederland en van Zohran Mamdani in New York. Je doet het aarzelend. Terecht. Ondertussen lopen de regeringsonderhandelingen in Nederland vast en gaat Mamdani hartelijk om met Trump. Hoop verdampt snel in deze tijden.


Je lijkt New Public Brutalism ook van toepassing te vinden op de rol van de overheid en de overheidsadministratie. Daar ligt nog een breuklijn voor mijn part. Of eerder een dam. Onze leiders van scholen, culturele instellingen, woonzorgcentra, gevangenissen, veiligheidsdiensten, stedelijke tot federale overheidsdiensten: ik ontwaar daar weinig brutalisme. Integendeel. Tezelfdertijd staan ze onder hoge druk. En misschien is jouw stelling dat NPB er voor zal zorgen dat ook onze overheidsdiensten gaandeweg en noodgedwongen harder en killer zullen worden.


Het zou mij niet verrassen. Reeds eerder haalde ik Lisa Doeland aan met haar boek Apocalypsofie, waarin ze uitlegt dat het woord ‘apocalyps’ niet op een plotse gebeurtenis slaat. Het Griekse apokaluptein betekent onthullen, openbaren. Het einde van de wereld is niet een virus dat ons decimeert, een asteroïde die inslaat, een plotse ijstijd. Het is een langzaam uiteenrafelen van de wereld zoals we die met zijn allen en honderden jaren lang aan het maken zijn geweest.


Het vraagt behoorlijk wat onderscheidingsvermogen om te begrijpen wat onthuld wordt en wat verborgen blijft. “Het is ons gebrek aan besef daarvan dat een deel van ons akelig lot vormt.” Als kinderen van onze tijd zijn hebben we het moeilijk met het onderscheid tussen goed en fout en hebben we het dus ook moeilijk om ‘leiders’ van ‘barbaren’ te onderscheiden. Wanneer de kersverse burgemeester van New York Mamdani zoetje broodjes staat te bakken met Trump in het witte huis voel ik me verweesd en gedesoriënteerd.


"Wanneer de kersverse burgemeester van New York Mamdani zoetje broodjes staat te bakken met Trump in het witte huis voel ik me verweesd en gedesoriënteerd."

MacIntyre bepleit de terugkeer naar de deugdenethiek, met concrete praktijken als basis. Praktijken zijn ‘coherente en complexe vormen van sociaal gevestigd, coöperatief handelen’ zoals bij voorbeeld geneeskunde of onderwijs. Elke praktijk kent haar regels en routines. Deze zijn niet zelfgekozen of willekeurig. Wie deel wil worden van een praktijk, leert eerst gehoorzaamheid aan haar regels, maar groeit door oefening en reflectie naar deugdzame oordeelskracht.


MacIntyre roept de lezer op om niet naar boven te kijken op zoek naar hoop, maar om de grond te bewerken. Het zijn de praktijkmensen die weten wat goed is. Zijn analyse versterkt ons idee van leiderschap als een dagdagelijkse praktijk, zoals trouwens ook Mintzberg het bepleit. Het versterkt ook het belang van ‘communities of practice’ voor goed leiderschap, zoals wij leidergroepen begeleiden vanuit Casa 19.


"MacIntyre roept de lezer op om niet naar boven te kijken op zoek naar hoop, maar om de grond te bewerken."

Enkele weken terug was ik op de Caruna top[ii] over de toekomst van zorg in de samenleving. Ik had me eerder toevallig en impulsief aangemeld. De top was het eindpunt van een Ronde van België, een brede enquête en interviews met tal van experten. Bijna 1.000 deelnemers gingen in gesprekken rond 13 thema’s, ingeleid door 13 bezielers en begeleid door 130 facilitatoren.


De context was inspirerend met warme hosting & stevige techniek, life captatie/verwerking, observatoren, kunstenaars, visual harvesting. Op het einde van de top werden 33 resoluties afgeklopt voor de gewenste toekomst van de zorg in de samenleving. In jouw brief heb je het ook over de esthetiek van zorg tegenover die van strijd. Dat dus.


Van de hetze rond fraude in de thuisverpleging tot de nationale driedaagse betoging in België, van de oorlog in Gaza tot de milieutop in Belem... Het werd benoemd, aangeraakt, in gesprek gebracht. Van een activistische oproep tot verzet, tot een beklijvende getuigenis van 'ik voel me eenzaam'. Van samen dansen en zingen tot ontroerende poëtische taferelen. Het droeg allemaal bij tot openheid, ontmoeting, vruchtbaar geroezemoes. Wellicht is dat de grootste verdienste van de top, het versterkte mycelium, de verrijkte bodem.


Laat dat dan ook mijn nieuwjaarswens zijn: de goede praktijken in stand houden, de bodem bewerken en de leiders steunen die de instituten in stand houden, bouwen, laten evolueren die dienend zijn voor die praktijken. De rest is de rest.


Hartelijk


Koen


Referenties:

[i] MacIntyre, A. (2023). Na de deugd. Een studie naar de theorie van ethiek. Utrecht: Ten Have. Oorspronkelijk verschenen in 1981 en herwerkt in 1984 en 2007.



Ginkgo biedt incompany programma’s op maat om jouw organisatieontwikkeling écht te laten werken.



Al 12 jaar schrijven Koen Marichal en Jesse Segers brieven naar elkaar. Soms in gesproken vorm, soms in geschreven vorm. Ongeacht de vorm is het onderwerp altijd leiderschap. In al zijn facetten: van het abstracte naar het concrete en terug. Soms met sterke emoties en soms koel en pragmatisch. En steeds opnieuw zijn ze het erover eens dat ze het niet helemaal eens zullen worden met elkaar. Wat hen bindt is kritisch denken en een passie om hun kennis te delen.   In deze nieuwe rubriek tonen zij hun eigen zoektocht, de wrijving en de zijsporen, de aarzelingen en stelligheden. Voor de lezer is het de uitnodiging om hun eigen leiderschapsdenken in vraag te stellen en dialectisch te blijven ontwikkelen.

bottom of page